top of page

De Amerikaanse presidentsverkiezingen omvatten een groot aantal gebeurtenissen. Hier een kort overzicht van wat er in een verkiezingsjaar gebeurt. De dik gedrukte begrippen komen vaak aan bod bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen en zijn daarom onderaan deze pagina nader toegelicht.

In de periode januari tot en met juni vinden de voorverkiezingen plaats. De Amerikaanse politiek wordt gedomineerd door twee grote politieke partijen: de Republikeinen en de Democraten. Elk verkiezingsjaar stellen een aantal kandidaten zich verkiesbaar voor het presidentschap. Aan deze belangrijke stap gaat vaak een voorbereiding van maanden of zelfs jaren vooraf, waarin de kandidaten zo veel mogelijk stappen ondernemen om succes te bereiken. Tijdens de voorverkiezingen kunnen aanhangers van de partijen aangeven welke kandidaat zij voor hun partij als officiële presidentskandidaat willen nomineren. Een kandidaat kan bij voorverkiezingen gedelegeerden winnen, dat zijn afgevaardigde partijleden die tijdens de nationale conventie van hun partij op hem/haar zullen stemmen. De voorverkiezingen kunnen op twee verschillende manieren plaatsvinden: door middel van een caucus of een primary. Op Super Tuesday organiseren een groot aantal staten voorverkiezingen op dezelfde dag.

Website presidential election 2020.png

In de zomermaanden vinden de partijconventies plaats. Dit zijn de vierdaagse bijeenkomsten waar de partijen formeel hun kandidaat voor het presidentschap nomineren. Op de slotavond aanvaardt de presidentskandidaat zijn nominatie met zijn officiële aanvaardingstoespraak, waarna de conventie wordt afgesloten met een klein feest.

Biden bp.webp
Trump bp.jpg

De twee presidentskandidaten in de verkiezingen van 2020:

Joe Biden (l) en Donald trump (r)

In de laatste fase van de verkiezingscampagne, die traditioneel begint op de Dag van de Arbeid (Labor Day) in de VS, trekken de presidents- en vicepresidentskandidaten en hun familieleden door het hele land. Ook partijprominenten zoals voormalige presidenten worden ingezet. De presidents- en vicepresidentskandidaten proberen om zo veel mogelijk steun te krijgen met hun speeches en politieke overtuigingen. Hierbij concentreren zij zich vooral op de swing states. Bij deze staten is het nog niet zeker welke presidentskandidaat de meerderheid van de stemmen zal behalen. Deze swing states wordt namelijk afwisselend gewonnen door de Democraten of Republikeinen. Bij de andere staten is het bijna zeker welke partij de meerderheid van de stemmen zal behalen, gebaseerd op de uitslagen van eerdere verkiezingen, en daarom worden deze vooral bezocht door minder bekende partijprominenten.

Slingerende staten.jpg
Erg hutsdebat.jpg

Het eerste presidentiële televisiedebat tussen presidentskandidaten Biden en Trump.

Aan het einde van september en in oktober vinden ook de televisiedebatten plaats. Hierin nemen de presidentskandidaten en/of vicepresidentskandidaten het tegen elkaar op. De twee rivalen vertellen hun visie over bepaalde onderwerpen en bekritiseren elkaars aanpak. Naast inhoudelijke argumenten vindt er ook veel ‘trash-talk’ plaats, waarbij de (vice-)presidentskandidaten elkaar simpelweg belachelijk of zwart willen maken.

De uiteindelijke presidentsverkiezingen zijn eigenlijk een verzameling van 51 regionale verkiezingen. Vijftig daarvan worden per staat gehouden en de eenenvijftigste in het District van Columbia. Dit is een gebied met ongeveer 600.000 inwoners dat tot geen enkele staat behoort en waar de belangrijkste regeringsgebouwen staan, zoals het Witte Huis, het Capitool en het Hooggerechtshof.

Amerikaanse burgers kiezen hun president niet rechtstreeks. Formeel worden op verkiezingsdag in elke staat kiesmannen gekozen. Deze kiesmannen kiezen later de president en vicepresident. Het aantal kiesmannen dat een staat heeft, is afhankelijk van het aantal inwoners. In de meeste staten krijgt de kandidaat die de meeste stemmen haalt alle kiesmannen van die staat. Door dit systeem kan het voorkomen dat een presidentskandidaat een meerderheid van alle stemmen wint, en toch de verkiezingen verliest omdat hij niet ook de meerderheid van de kiesmannen heeft gewonnen.

Democraten voeren voor hun herkenbaarheid de blauwe kleur en de Republikeinen de rode kleur. Staten die traditioneel en vrij zeker op een Democratische presidentskandidaat stemmen, worden daarom ‘blauwe staten’ genoemd, tegenover de ‘rode staten’ waar de republikeinen bijna altijd een meerderheid behalen. De swing states zijn per verkiezingsjaar verschillend ‘blauw’ of ‘rood’.

Ezel versus olifant wie wint.jpg

De Republikeinen (met als symbool de olifant) versus de Democraten (met als symbool de ezel)

Op 3 november is het verkiezingsdag in de VS. Overal in het land gaan mensen naar stembureaus om hun stem uit te voeren. Na het sluiten van de stembureaus worden de stemmen geteld totdat er een winnaar wordt uitgeroepen. Een presidentskandidaat moet minimaal 270 van de 538 kiesmannen in de wacht slepen om te worden verkozen in het kiescollege. In de periode 3 november tot 20 januari vindt de presidentiële transitie plaats. De nieuwe president stelt onder andere de ministers van zijn nieuwe kabinet aan en trekt in in het Witte Huis. Verder worden allerlei administratieve zaken omtrent de aanstelling van een nieuw kabinet afgehandeld.

Op 20 januari om twaalf uur ’s middags vindt de inauguratie plaats. De gekozen presidentskandidaat (ook wel president-elect genoemd) en vicepresidentskandidaat worden beëdigd als nieuwe president en vicepresident van de Verenigde Staten. Aansluitend spreekt de nieuwe president zijn inauguratierede uit, een toespraak waarin hij hoop en vertrouwen uitspreekt over en naar het Amerikaanse volk. Na de inauguratie zijn de verkiezingen officieel helemaal ten einde gekomen.

Inauguratie van Biden.jpg

De inauguratie van Joe Biden op 20 januari 2021.

Belangrijke begrippen:

Hieronder staan een aantal begrippen die vaak aan bod komen bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen.

​

Voorverkiezingen: verkiezingen waarbij aanhangers van de partijen aangeven welke kandidaat zij voor hun partij als officiële presidentskandidaat willen nomineren. Een voorverkiezing vindt plaats in de vorm van een caucus of een primary.

Gedelegeerden: afgevaardigde partijleden die tijdens de nationale conventie van hun partij op de kandidaat zullen stemmen die hen gewonnen heeft.

Caucus: een kleinschalige bijeenkomst in bijvoorbeeld een buurthuis of schoolgebouw, waar partijleden in een soort braderie-achtige opzet hun voorkeur uitspreken voor een kandidaat.

Primary: een voorverkiezing waarbij aanhangers van een partij in een normaal stembureau hun stem uitbrengen.

Super Tuesday: op deze dag organiseren een groot aantal staten voorverkiezingen op dezelfde dag.

Partijconventie: een vierdaagse bijeenkomst waar de partijen formeel hun kandidaat voor het presidentschap kiezen.

Swing states: staten die niet als zo goed als zeker door één van de partijen als ingelijfd kunnen worden beschouwd.

Kiesmannen: personen die gekozen worden door de Amerikaanse burgers op verkiezingsdag en vervolgens de president en vicepresident kiezen.

Kiescollege: een college van 538 kiesmannen die uiteindelijk de president kiezen. Op de verkiezingsdag wordt per staat bepaald welke kandidaat haar kiesmannen wint. Deze gewonnen kiesmannen stemmen vervolgens in het kiescollege later op de kandidaat die ze gewonnen heeft. Als een kandidaat 270 of meer kiesmannen heeft gewonnen, kan hij/zij als nieuwe president worden aangewezen.

Inauguratie: de dag waarop de gekozen presidentskandidaat (president-elect) en vicepresidentskandidaat worden beëdigd tot nieuwe president en vicepresident van de VS. De inauguratie vindt altijd plaats op 20 januari om twaalf uur ’s middags.

bottom of page